Nettoloon of netto loon – wat is juist? Schrijf je een combinatie van woorden met netto en bruto nou als één woord of los van elkaar? De verschillende woordenboeken en spellinggidsen zijn het hier niet over eens. Je hebt daarin eigenlijk twee kampen.
Nettoloon als bijwoord
Sommige naslagwerken beschouwen bruto en netto als bijwoorden. Volgens die definitie worden ze altijd vastgemaakt aan het woord erna. Je ziet de combinatie in dat geval als samenstelling. Dit betekent dat je bij een klinkerbotsing tussen de -o en de e-, i-, o- en u- een streepje moet toevoegen. Kijk maar naar de volgende voorbeelden:
- nettosalaris
- nettowinst
- netto-inkomen
- brutogewicht
- brutoloon
- bruto-opbrengst
Netto loon als bijvoeglijk naamwoord
Bekijk je het van de andere kant, dan kun je zeggen dat bruto en netto bijvoeglijk naamwoorden zijn. In dat geval schrijf je het woord los. Vergelijk het in dat geval met een hoge winst, een laag salaris. Twijfel je? Houd dan in je achterhoofd dat nettoloon doorgaans de meest gebruikte variant is.
Aanbieding van De Schrijfdokter – Clickable e-book met eenvoudige uitleg over de 150 meest voorkomende taalproblemen in het Nederlands
Er is één ding dat in alle woordenboeken staat. Als na bruto en netto een bijvoeglijk naamwoord staat, schrijf je ze nooit aan dat bijvoeglijk naamwoord vast: netto binnenlands product, bruto besteedbaar inkomen.
Heb je nog vragen over een taalkwestie zoals nettoloon of netto loon? Stel ze gerust. Ook voor een offerte mag je ons benaderen. Deze heb je dan binnen 24 uur in de mailbox. De Schrijfdokter volgt altijd de regels en richtlijnen van het Genootschap Onze Taal.