Kijk eens naar de zin: Bert belde zijn moeder. In deze zin is meteen duidelijk dat Bert een man is en dat het dus zijn moeder is en niet haar moeder. Nu is de vraag: hoe zit dat bij de naam van ondernemingen (en andere instanties)? Het is daarbij niet altijd zo duidelijk als bij Bert of een andere eigen naam, maar er zijn zeker een aantal vuistregels die je kunt volgen.
Het-woorden
Net als bij zelfstandige naamwoorden heb je bij bedrijfsnamen twee varianten: namen waar de voor komt en namen met het ervoor. De laatstgenoemde variant is het makkelijkst. Naar het-woorden wordt altijd met zijn verwezen, nooit met haar. Die regel geldt voor alle zelfstandige naamwoorden en dus ook voor bedrijfsnamen. Denk aan: Het wereldveroverende Heineken bracht zijn aandeelhouders een flinke smak geld op. Dit geldt ook voor afgekorte namen van ondernemingen: Het OMT gaf zijn advies door aan de regering.
Aanbieding van De Schrijfdokter – Clickable e-book met eenvoudige uitleg over de 150 meest voorkomende taalproblemen in het Nederlands
De-woorden
Wat geldt voor zelfstandige naamwoorden met de geldt ook voor de namen die hieronder besproken worden: ze kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. De namen waar je een regel aan kunt verbinden, zijn die namen met een bepaald kernwoord erin. Als je het geslacht van dat kernwoord weet, dan weet je ook het geslacht van de bedrijfsnaam, ook bij afgekorte namen. Het woord marskramer is bijvoorbeeld mannelijk, dus zeg je: De Marskramer heeft zijn omzet verdubbeld dit jaar. HEMA staat voor Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam, met het vrouwelijke woord maatschappij als kernwoord. Daarom zeg je bij dit bedrijf juist: De HEMA heeft haar omzet verdubbeld dit jaar.
De Schrijfdokter volgt altijd de regels en richtlijnen van het Genootschap Onze Taal in Den Haag. Deze organisatie is in Nederland leidend als het gaat om de spelling en grammatica van het Nederlands.