Blijkbaar of schijnbaar

Wanneer blijkbaar

Je gebruikt het woord blijkbaar als je ervan uit kunt gaan dat iets ook daadwerkelijk is gebeurd. Een ander woord dat vaak in dit geval wordt gebruikt is klaarblijkelijk. Het geeft dus min of meer aan dat reeds is bewezen dat iets ook echt heeft plaatsgevonden. We geven je enkele voorbeelden:

• “Blijkbaar regent het buiten, want je jas is helemaal nat.”
• “Heb je twee euro voor een pak melk betaald? Dan is het blijkbaar een dure winkel.”
• “Blijkbaar heeft die man ergens in getrapt, want hij maakt zijn schoenen schoon aan de grasrand.”

  Aanbieding van De Schrijfdokter –  Clickable e-book met eenvoudige uitleg over de 150 meest voorkomende taalproblemen in het Nederlands

 

Wanneer schijnbaar

Er zijn twee momenten waarop je het woord schijnbaar kunt gebruiken. Het wordt ten eerste gebruikt als je inschat dat iets waarschijnlijk zo is, maar dat je er eigenlijk niet helemaal zeker van bent. Dat zie je terug in de volgende zinnen waarin de twijfel valt af te lezen.

• “Als de baas het zegt, dan is het schijnbaar zo.”
• “Na zijn vlucht heeft hij schijnbaar de trein naar Parijs gepakt, want daar is met zijn bankpas nog een bedrag van 1000 euro opgenomen.”

Schijnbaar kun je ook gebruiken als je ‘niet werkelijk’ bedoelt. Of nog beter gezegd: als je iets als een grapje bedoelt. Bijvoorbeeld:

• “Hij zweet enorm. Schijnbaar is z’n vrouw hem met de deegroller achternagerend.”
• “Het is in juni schijnbaar winter, zo koud dat zij het heeft.”

Mocht je nog vragen of opmerkingen hebben over blijkbaar of schijnbaar, vertel het ons. Ook kun je De Schrijfdokter benaderen voor een schrijf- of correctieopdracht. Gebruik hiervoor dan het offerteformulier. Tijdens het schrijven en corrigeren hanteren wij de richtlijnen, adviezen en regels van het Genootschap Onze Taal in Den Haag.