Een erkend probleem in de Nederlandse taal is het correct gebruik van verwijswoorden. Het juiste gebruik van deze verwijswoorden is afhankelijk van het geslacht van het zelfstandig naamwoord. En dat is nu net waar men vaak over struikelt.
Verwijswoorden en geslacht
“Het team is zo op elkaar ingespeeld dat het bijna nooit zijn wedstrijden verliest.” Kijkend naar bovenstaande zin zien we in eerste instantie dat het woord team een het-woord is. Het woord is dus onzijdig. Dat is het eenvoudigst, omdat we dan later in de zin de woorden het en/of zijn tegenkomen. Was het geslacht anders geweest, dan waren ook deze verwijswoorden anders geweest. Middels een overzicht proberen we duidelijkheid te verschaffen in deze toch wel lastige materie.
Het onzijdige het-woord – Het onderwerp is dus het. Het lijdend voorwerp (of ander voorwerp) is eveneens het. Het bezittelijk voornaamwoord wordt dan zijn.
Het mannelijk de-woord – Het onderwerp is hij. Het lijdend voorwerp (of ander voorwerp) is hem. Het bezittelijk voornaamwoord wordt zijn.
Het vrouwelijk de-woord – Het onderwerp is zij/ze. Het lijdend voorwerp (of ander voorwerp) is haar/ze. Het bezittelijk voornaamwoord is haar.
Bovenstaande uitleg is natuurlijk handig. Maar dan moet je wel weten welk geslacht een bepaald zelfstandig naamwoord heeft. Hoe kom je dat te weten? Dat is heel simpel. Het is een kwestie van telkens in het (online) woordenboek kijken. Daarin staat bij elk zelfstandig naamwoord vermeld wat het geslacht is. We geven enkele voorbeelden:
- “De gemeenteraad (mannelijk) heeft in zijn wekelijkse bijeenkomst besloten om toch maar in te gaan op de hulpvraag.”
- “De Vereniging van Eigenaren (vrouwelijk) meldt dat ze de aantijgingen ondertussen meer dan beu is.”
- “Het kinderkoor (onzijdig) is ongelofelijk blij met de door hem opgevoerde kerstviering.”
Aanbieding van De Schrijfdokter – Clickable e-book met eenvoudige uitleg over de 150 meest voorkomende taalproblemen in het Nederlands
Verwijswoorden – zowel mannelijk als vrouwelijk
In een enkel geval kan een bepaald woord zowel het mannelijk als het vrouwelijk geslacht krijgen. Dat maakt het – voor dat moment – heel eenvoudig. Anderzijds wordt het er in zijn totaliteit niet overzichtelijker op. Het woord groep kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Ondanks dat geven wij in Nederland de voorkeur aan een mannelijke verwijzing. In Vlaanderen is dat net andersom en krijgt de vrouwelijke verwijzing de voorkeur.
Wil je graag meer lezen over dit onderwerp, kijk dan op de site van het Genootschap Onze Taal.