Komma

Het gebruik van de komma is in de Nederlandse taal een van de moeilijkste aspecten. Toch hechten we er weinig waarde aan. Zeker voor allochtone jongeren die een scriptie of proefschrift moeten schrijven, valt het niet mee. Het probleem van dit leesteken is zijn veelzijdigheid. Er zijn te veel momenten waarop u ‘m mag gebruiken, maar waar het gebruik ervan niet noodzakelijk is. Maar als de zin vraagt om een rustpunt, plaats dan zeker een komma.

 

Aanbieding van De Schrijfdokter –  Clickable e-book met eenvoudige uitleg over de 150 meest voorkomende taalproblemen in het Nederlands

Wanneer kan de komma worden geplaatst:

  • Tussen gelijkwaardige bijvoeglijke naamwoorden
  • In opsommingen
  • Voor en na een uitbreidende bijzin
  • Voor en na een bijstelling
  • Voor en/of na een aanspreking
  • Na de aanhef boven een brief

Tussen gelijkwaardige bijvoeglijke naamwoorden – Bekijk het volgende voorbeeld waar de komma op de juiste manier wordt gebruikt: “Het bier zat in een mooie, grote, ronde fles.” Let op: de komma wordt alleen tussen de bijvoeglijke naamwoorden geplaatst als deze gelijkwaardig zijn. Dat is in bovenstaand voorbeeld het geval. In de volgende zin zijn de bijvoeglijke naamwoorden niet gelijkwaardig en wordt de komma weggelaten: “De originele marmeren tafel stond op de bovenverdieping.”

 

In opsommingen – Het plaatsen van komma’s in opsommingen is absoluut niet moeilijk. Uitzonderingen zijn er simpelweg niet. Een voorbeeld: “Hij eet appels, bananen, pruimen, citroenen en mango’s.”

Voor en na een uitbreidende bijzin – “De rode auto, die tussen de gele en de groene stond, beschikt over een navigatiesysteem.”

Voor en na een bijstelling – “Mark Rutte, de minister-president van Nederland, deed het kabinet een passend voorstel.”

Voor en/of na een aanspreking – “Peter, heb jij je huiswerk al af?” Een ander voorbeeld: “Luister, vervelende knul, geef mijn fiets eens terug!”

Na de aanhef boven een brief – “Geachte heer/mevrouw, …”

Niet plaatsen van een komma

Het niet plaatsen van een komma is in bovenstaande gevallen min of meer foutief. Maar nogmaals, er bestaan eigenlijk geen vaste regels voor. Toch is het handig deze richtlijnen te bestuderen en in de praktijk te brengen. Eerder hadden we het al over een komma als rustpunt in de zin. In het volgende voorbeeld is een rustpunt zeer gewenst. “Nu ik er wat langer over nadenk, had ik het anders moeten doen.”

Bovenstaande zin is samengesteld uit twee kleinere zinnen. Dat zie je doordat er tweemaal een persoonsvorm en tweemaal een onderwerp in staat. Als de twee persoonsvormen naast elkaar staan (nadenk en had), is het voor de lezer prettiger als zich daartussen een komma bevindt. Dit advies hoeft echter minder streng te worden opgevolgd als zo’n samengestelde zin aanzienlijk korter is, namelijk: “Voor je het weet is het al te laat.”

Kortom, het gebruik van de komma is niet altijd eenvoudig. Kom je er zelf niet uit? Raadpleeg dan een ervaren corrector en benader De Schrijfdokter. Zij zorgen voor een juiste spellingscontrole. Ook voor het schrijven van foutloze teksten is De Schrijfdokter een betrouwbare en betaalbare optie. Wil je graag meer informatie over dit onderwerp, kijk dan op de site van het Genootschap Onze Taal.

Vorig bericht
Tussen-n
Volgend bericht
Wifi, wifi of Wi-fi